Retina Vasculaire Occlusies

Retinale aderen kunnen verstoppen bij patiënten met hypertensie, diabetes, hart- en vaatziekten of glaucose. Deze occlusie kan slechts in één tak van de ader voorkomen, maar kan ook voorkomen in de vorm van occlusie van de retinale wortelader in de uitgang van de optische zenuw.

De vasculaire druk stijgt achter de occlusie. Bloedingen en oedeem treden op in het netvlies. Wazig en wazig zicht treedt op, samenvallend met het gebied van bloeding en oedeem.

Bij fundus fluorescente angiografie, die wordt uitgevoerd nadat de bloedingen gedeeltelijk zijn verwijderd, wordt de aanwezigheid van ischemie, dat wil zeggen de voedingsstatus van het netvlies, onderzocht. Bij afwezigheid van schemia zijn de resultaten meestal beter.
Als er ischemie is in de wortelocclusie van de retinale ader, worden binnen 3 maanden nieuwe bloedvaten gevormd, afhankelijk van deze, intraoculaire bloedingen en een pijnlijk en moeilijk te behandelen glaucoom, genaamd 100-dagen glaucoom (neovasculair glaucoom).

Indien nodig worden intraoculaire injectiebehandelingen, micropulse of grid/panretinale thermische laserbehandelingen toegepast om nieuwe vaatvorming en/of macula-oedeem te voorkomen.
Als ischemische schade aan het netvlies uitgebreid is, kan magnovision-therapie en extra-oculaire groeifactor-injectie nodig zijn.
De onderliggende oorzaak moet worden onderzocht; hypertensie, diabetes, glaucoom moeten onder controle worden gehouden.

Retinale slagader (arteriële) occlusie

Occlusie ontwikkelt zich in de slagader die het netvlies voedt, als gevolg van de vorming van vette plaques of een stolsel uit de halsslagader.
Als de occlusie optreedt in het deel van de oogzenuw, treedt occlusie van de retinale hoofdslagader op. Pijnloos en plotseling verlies van gezichtsvermogen treedt op.
De behandeling ervan is zeer dringend. Als het stolsel niet binnen 4 uur kan worden opgelost of verder kan worden verplaatst, ontstaat er permanent verlies van het gezichtsvermogen.
Tijdens de behandeling wordt de intraoculaire druk verlaagd en wordt gestart met subcutane lage dosis heparine. Er worden vaatverwijders toegediend. Indien mogelijk wordt direct gestart met hyperbare zuurstoftherapie. Hyperbare zuurstof zorgt zowel voor verwijding van retinale vaten als voor de zuurstofbehoefte van het netvlies.
Zo snel mogelijk toe te passen Magnovision-therapie en extra-oculaire groeifactor-injectie-ondersteuning dragen bij aan het herstel van netvliesschade.

Als de arteriële occlusie in slechts één tak optreedt, ontwikkelt retinale ischemie, dat wil zeggen de schade, zich alleen in het netvliesgebied dat door die tak wordt geleverd.